Thailand, Piepende driedruppel

Chiang Mai, 14 juli 2010

Een spannend dagje was het gister. Zeker voor “piepende drie druppel” Ludo. Onze heldhaftigste van de drie opperhoofden. Wanneer hij iets nieuws hoort, ziet of meemaakt, gaan standaard zijn handjes over zijn oren en begint hij te piepen als een baby. Sinds hij zindelijk is vindt hij het reuze interessant om met iedereen mee te gaan naar het toilet, ook als hij nog geen 5 minuten ervoor al is geweest. Resultaat, drie druppels.

Gisteren ging de Fab5 dus op tournee. Getooid met day-pack, water en zelfs de standaard rol wc papier in de uitrusting en natuurlijk alle stamhoofden op de bank van de Song Tao, op weg naar Maesa Elephant Camp. Daar aangekomen was er een heel programma voor ons uitgestippeld. Eerst kregen we een show van de olifanten. Nu waren wij er vrij vroeg bij, (we zaten al om 8 uur in de Song Tao) dus als één van de eerste zaten we te wachten op de start van de show. Dan val je als Fab5 zeker op. Drie blonde koters met blauwe oogjes, waarvan de kleinste angstvallig piepend op schoot zit. Twee olifanten met hun berijders begonnen al wat aandacht te trekken en lieten de olifanten wat toeteren en hun slurf of de bank voor ons ploffen. Toen ik een foto wilde maken en mijn camera uit mijn tas haalde, viel mijn zonnenkap op de grond, nog voor ik voorover kon buigen om hem op te rapen, had de olifantenslurf hem al te pakken en reikte hem zeer beleefd aan. Dat was dan ook mijn moment dat ik verkocht was. Wat een prachtige dieren.

Toen werd ik door de berijder gevraagd of ik wilde opstappen. Ik dacht nog, ja geintje zeker, zoiets overkomt mij nooit. Maar dit keer was het echt zo en kon ik op de harige ruwe maar vooral zeer harde rug van mijn nieuw verworven vriend olifant, plaats nemen. Ik vond het werkelijk fantastisch, zittend op zijn oncomfortabele rug met die stugge haren en ruwe rimpelige huid tussen mijn benen en zijn flapperende oren tegen mijn schenen. Nadat ik de berijder wat Baht via de slurf aan de berijder had geschonken, mochten de kinderen ook even een rondje rijden. Eerst Max, die vond het een geweldige stoere ervaring en zat als een echt opperhoofd triomfantelijk op de rug te pronken. Alex was de volgende en die wilde graag maar durfde niet zo goed. Uiteindelijk nam ook zij plaats op onze drie meter hoge vriend en ging een klein stukje met hem mee. Een beetje giebelend en verlegen zat ze daar en wilde er wel iets sneller af dan gepland. Toen mocht Piepende drie druppel. Onze held in wording had nog niet de moed gevonden en kroop dicht tegen Remi aan en weigerde. Eng en angstig alleen al als zijn slurf zijn kant op kwam.

Daarna begon de show en werd het meteen pijnlijk duidelijk dat dit zo’n enorme toeristen bende was. Ze lieten de olifanten voetballen, basketballen, mondharmonica spelen en zelfs schilderijen schilderen. Ludo vond het vooral erg grappig toen de olifanten in Mayonaise (polonaise) voorbij trokken. Massa entertainment waar ik nu juist zo’n hekel aan heb, maar de kinderen vonden het prachtig. Ze lieten de grijze jongens nog baden in de Maesa stream en gezellige met hun slurf flink wat water fonteinen produceren. Daarna was het tijd voor de volgende attractie. De ossen rit. Met het gezin in een houten karretje op houten karrenwielen, achter twee enorme ossen een stukje langs de lokale rijstvelden en natuurlijk weer wat lokale crap stalletjes, waar de traditionele Thaise vrouwen met hun schoenendozen op hun hoofd de kikkertjes en andere zooi aan de man proberen te brengen. Ludo had na het 279 keer herhalen van het zinnetje ‘De olifanten zijn lief hè mamma?!’ eindelijk de moed gevonden om samen met Remi in het mandje op de rug van een olifant plaats te nemen, maar alleen als ze niet door het water zouden gaan, wat hij tijdens de ossen rit had gezien.

De rit in het mandje was ook erg leuk, al was het enorm vechten om Alex en Max binnen boord te houden, mezelf op de plaats en af en toe nog een foto te schieten. Olifanten rijden voor gevorderden zullen we maar zeggen. Remi en Ludo hadden nog de grootste lol toen hun grijze vriend een toeterend geluid produceerde die dit keer niet uit de slurf maar ergens van achter kwam en zelfs het banjeren door de wateren vond Ludo maar wat prachtig. Na de rit nog wat rietsuiker stokken aan de olifanten gevoerd, zelfs Ludo was er klaar voor om zijn stok aan de slurf te geven, maar helaas duurde het de berijder te lang en liet hij Ludo sip achter met zijn suiker stokje.

Tijd voor de lunch, die niet meer dan wat noedels en rijst op het menu hadden staan, maar de watermeloen deed het goed en heeft dan ook gretig aftrek gehad bij de Fab5. Daarna naar het bamboe raften. In de brandende zon op een vlot van bamboe stokken een stukje rivier af peddelen. Denk je dat je op een eerlijk stuk vlot zit, steekt er ineens een ventiel van een fietsband tussen de stokken door. Dus ik kijk nog eens goed en zie dat het gehele vlot aan de onderkant met rubberen banden is voorzien. We laten ons ook zo makkelijk in de maling nemen. Maar ook hier geld weer, de kinderen vonden het geweldig. Al was er op één slangetje aan de oever na niets te zien dan veel planten en bruin water.

Na het raften zijn we weer in de Song Tao gestapt onderweg naar Baan Tawai, een dorpje waar ze de laatste Thaise stammen bij elkaar hebben gestopt om er voor te zorgen dat deze eeuwen oude traditionele stammen niet verloren zouden gaan. Bij de poorten van het dorp mag je dan ook entree betalen en krijg je te horen dat het is toegestaan om overal foto’s van te maken. Je proeft mijn vreemde smaak al. Ok, in het kader van niet gezien is ook zo saai, lappen we weer de nodige centen en gaan het dorp in. Eigenlijk is het hele dorp niet veel meer dan een authentiek opgezet decor, waar als je goed kijkt, onder de bladeren daken van de rieten huisjes nog net de golfplaten te zien zijn en de Locals, dezelfde snuisterijen als de ‘schoenendozen’ in de stad verkopen. Maar aan het einde van het dorp komen we bij de langnekken (De Karen) en daar kan je niet omheen, die zijn echt. Zo’n nek verzin je niet en zet je ook niet in scene. Opvallend vind ik dan ook dat de vrouwen (wel op jongere leeftijd) erg mooie gezichten hebben. Dus kiekt mijn camera er lustig op los.

Dan besluiten we nog even, als afsluiting van de dag, Doi Suthep te gaan bekijken. Doi Suthep is een berg net buiten de stad waarop een prachtige tempel ligt. Wat Phrathat. Middels een lange trap naar boven, die overigens alleen door Remi wordt genomen, ik ga met de kinderen heerlijk lui met de kabellift, kom je bij een mooi tempel en een complex wat een adembenemend mooi uitzicht heeft over Chiang Mai. Bij vertrek heb ik nog een tempel belletje gekocht en zijn we terug gekeerd naar het hotel. Ludo nog steeds vol van zijn olifanten avontuur en zwaar verontwaardigd dat hij nog immer niet zijn rietsuiker stok heeft kunnen geven, gaan de drie opperhoofden moe en voldaan naar bed.

Vandaag was het weer een rustigere dag. Hij startte met een heerlijke regenbui en een ontbijt waarbij Ludo iets te enthousiast at en het met golvende beweging weer terug gaf aan moeder aarde. Op de kamer te midden van drie heerlijk spelende kinderen de planning voor de komende dagen gedaan en daarna nog wat zwembad pret. Vanavond de Night Bazaar alwaar we zeker voor 30 euro tassen vol bende hebben gekocht. Dat maakt shoppen wel erg leuk, al moet ik het afdingen toch nog wel een beetje onder de knie krijgen. De handel die ze verkopen is hier zo belachelijk goedkoop dat ik het beschamend vind om er nog meer vanaf te halen. Maar gelukkig heb ik Remi bij me, die hierin meester is .

AnnR * 15 Juli 2010Wink

  1. No trackbacks yet.

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.