De veroordelende massa

judge-in-court

Mijn kinderen zitten op een, zoals dat tegenwoordig trendy heet, vreedzame school. Deze school heeft heel verantwoordelijk een programma gekozen, dat onderricht geeft in het bestrijden van pesten. Dat is mooi, nobel en zeker naar de ouders toe een gewenst signaal. Toen ik in een nieuwsbrief te lezen kreeg dat “onze” school dit pad zou gaan bewandelen had ik het ‘chapeau’ gevoel direct te pakken.

Ik ben tijdens mijn lagere school tijd tot op het bot geziekt, getreiterd, vernederd en gepest. Dit alles onder het toeziende oog van de waarde leraren, terwijl ze lachend net te laat mij de rug toekeerde.

Pesten! Het is een probleem! Het is zelfs een heel groot probleem! Alleen vind ik het jammer dat ze het probleem bij de verkeerde personen neerleggen. Pesten los je namelijk niet op door de kinderen aan te pakken in hun gedrag. Zij zijn niet de schuldige in het verhaal. Het zijn de ouders, de leraren en al die andere mensen die een voorbeeld functie hebben in het kind zijn leven.

Een maand of wat terug werd ik uitgenodigd voor een reünie. Bij het woord alleen al krijg ik jeuk op zeer vervelende locaties, maar toen ik las dat het een reünie van de lagere school betrof, vlogen mijn liezen echt volledig in brand. De weken na de uitnodiging kwam ik diverse oud klasgenoten tegen. Het is of de duvel er mee speelt. Nooit kom je ze tegen en juist dan lopen ze bijna in polonaise door de plaatselijke Albert Hein. Natuurlijk voelden zij zich genoodzaakt, mij aan te spreken over de geplande reünie. Vragen of ik wel behoefte had om te komen, omdat zij de herinnering van het pesten nog zo scherp voor ogen hadden, etc.

Mijn verhaal naar al die klasgenoten was eigenlijk hetzelfde. Mijn verbazing over het feit dat zij het zo moeilijk hadden dat ik zo gepest was en ze er tot op de dag van vandaag nooit over gerept of geroerd hadden en dat ik alleen zou komen als de oud leraren er ook bij aanwezig zouden zijn. Meestal was de verbazing op hun gezichten af te lezen.

Mijn grootste frustratie (als die zo te noemen is) heb ik niet over gehouden aan het pesten. Dat heeft me alleen maar meer vechters instinkt gegeven. Misschien soms wel eens te veel 😉 Maar dat leraren op het schoolplein, zagen wat er gebeurde en er niets tegen deden, of zelfs eraan meededen…… Dat is me tot op de dag van vandaag bijgebleven.

Kinderen handelen naar de normen en waarden die ze van huis uit meekrijgen. Lullige opmerkingen naar kinderen die rood haar hebben, dikke billen of een scheve neus zijn de meest normale pesterijen. Dat doen (bijna) alle kinderen. Die vorm is niet leuk, maar wel normaal. Hoort bij het groter worden en het leren wat wel en niet kan.

Afgeven op kinderen die minder bedeeld zijn is denk ik ook wel een veel voorkomende vorm van pesten. Of die vorm waarbij huidskleur of godsdienst een rol spelen. Dat zijn vormen van pesten die niet vanuit een kind zelf ontstaan. Die zijn erin gepland door anderen. Ouders in de eerste plaats, maar heel dicht daarop volgend komen leraren, begeleiders van de opvang, familie en kennissen. Allemaal volwassen personages die het kinderbrein voeden met bullshit.

Nu volgen de kinderen al een paar weken lesjes over de vreedzame school. Helaas kan ik nog weinig verandering in de kinderen bespeuren. Alex komt nog steeds huilend thuis omdat ik een rokje draag en Ludo omdat zijn sneakers zwart zijn…….Lijkt me toch sterk dat kinderen van hun leeftijd een oordeel hebben over mijn garderobe of de kleur van schoenen! Naar mijn mening ruikt het hier toch echt naar een iets te hard gesproken mening van volwassenen in het bijzijn van hun kinderen.

Dus als al die jaloerse moeders nu eens wat vaker in de spiegel keken en zichzelf onderhanden zouden nemen, dan zouden de kinderen weer onbezorgd kunnen spelen in hun zwarte sneakers met hun moeder toekijkend in een rokje.

  1. No trackbacks yet.

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.