Dag 26 tm 30: De zieke, het kampvuur en de sterren

Amed – 20-08-2013

Na onze terugkomst van Gili Air, verblijven we in Puri Wirata. Het gaat ondertussen enorm afgezaagd klinken, maar ook dit is wederom een super zalige plek. Een duikresort met twee zwembaden gelegen aan zee met een mooie slaapkamer en een, voor mij zo verlangend, hemelbed. Sjeesus wat wil ik snel zo’n hemels bed bij mij thuis voor elkaar zien te krijgen. Vandaag ontmoeten we Remi en Max. In eerste instantie zouden we elkaar op het vliegveld ontmoeten, maar omdat wij vanaf Amed de boot hadden vanaf de Gili’s, was het wat onlogisch om 3 uur heen en 3 uur terug te tuffen alleen om elkaar daar te ontmoeten. Dus Remi zou samen met Max de gehuurde auto langs ons resort sturen om ons aldaar op te pikken.

Na wel 23 keer vragen door Alex en Ludo of ze al in de buurt waren, kwam eindelijk het moment van weerzien. Eigenlijk was dat best wel vreemd, om ze op die plek, aan de andere kant van de wereld na 5 weken te ontmoeten. Vermoeid door hun reis stappen de mannen uit de auto. Na een warm onthaal en een drankje om bij te komen, stappen we in de auto om onze laatste bestemming van deze vakantie te gaan bezoeken. Meditasi! Een plek helemaal achterin Amed waar geen telefoon, wifi of andere vorm van communicatie met de buitenwereld mogelijk is. We ontvangen een warm onthaal door de Smiling Buddha (de eigenaar die werkelijk alleen maar lacht) en we worden naar onze familie bungalow gebracht inclusief bananaroom, een raam naar de tuin waar enorme bananenbomen stonden. Een bamboe hut met rotan schuifwanden als afscheiding, een buiten badkamer met toilet die je met emmers moet doorspoelen en een stortdouche van koud water. Dit alles onder de wuivende bananenbladeren en andere prachtige bomen.

Max voelde zich niet fit en had last van zijn darmen. Die nacht begon dat in alle hevigheid op te spelen en hebben we hem met man en macht en pillen geprobeerd hem pijn vrij te krijgen zodat hij nog wat kon slapen. Uit eindelijk leek het te lukken tot de plaatselijke priester de lokale bevolking om 03:30 uur opriep de ceremonie bij te wonen. Het was varken slachttijd vanwege de geboorte van een kind. Dat duurde een uur voor de beste man zijn snater hield en vervolgens 3 uur voor hij weer opnieuw begon te tetteren. Altijd leuk om indrukken in zo’n hoog tempo te mogen ervaren.

Volledig verrot door de slapeloze nacht en een nog steeds zieke Max, besloten we om toch maar hulp te zoeken. Max als een nat krantje op mijn schoot op de achterbank tuffen we een uur naar het dichtst bij zijnde hospitaal. Eenmaal bij de arts zitten er aan de wand 7 zusters hysterisch te giechelen. Ik denk omdat ze vrij weinig geconfronteerd worden met Europese blonde kinderen. Voor Max was het allemaal een boos sprookje en hij had maar weinig vertrouwen in de kunde van deze dokter met zijn 7 dwergen. Diagnose in wording, maar eerst even een plas en wat bloed inleveren en daarna een uurtje wachten. Voor zover je van een sisser mag spreken, verlieten we het hospitaal en de apotheek met medicijnen voor een infectie aan Max darmen en hoefde hij niet te blijven voor de gevreesde acute blindedarm ontsteking.

Gelukkig voor Max waren de medicijnen goed en deden ze hun werk. Hij knapte zienderogen op en de volgende dag was hij fit genoeg om de lokale strandjes te bezoeken en te gaan snorkelen. Bij een strandje hadden ze een tempeltje onderwater gelaten en daar zwommen prachtige discusvissen, die tot bijna op je bril kwamen kijken, wat voor vlees zij in hun teiltje water hadden. Ludo werd wild van enthousiasme en genoot met volle teugen, maar wil toch wel snel terug omdat hij hier en daar wat steken op zijn huid voelde. Alex hield het snorkelen even voor gezien en alle drie de kinderen waren druk met schelpen zoeken om een ketting voor thuis te kunnen maken. Later ’s avonds vertelde Remi aan Ludo dat die steekjes waarschijnlijk van kleine kwallen waren. (Ik heb ze niet gezien, maar hé, zonder mijn bril onderwater zie ik op mijn leeftijd toch wat minder scherp). Er wordt geopperd dat het misschien ook wel tussen Ludo’s oren kon zitten en Ludo wordt enorm boos. Ik heb helemaal geen kwallen tussen mijn oren roept hij van streek en we schieten hard in de lach. De verdere avond hebben we een aaneenschakeling van slappe lach sessies en spelen we schijt lollige kaartspelletjes.

De laatste dag bij Meditasi gingen we met Wayan mee om met de boot nog mooie plekjes te bezoeken om te snorkelen. Eerst deden we een prachtige koraaltuin aan en vervolgens naar het Japanse scheepswrak te gaan. Twee magische plekken waar de onderwater flora en fauna erg mooi was. Naaldvissen en een waanzinnige rog hebben we daar mogen aanschouwen in hun eigen omgeving. Godver wat baal ik op zulke momenten dat ik niet kan duiken. Voldaan van de schoonheid gaan we retour en maken we ons op voor een kampvuur.

Wanneer het bijna donker is vertrekken we richting het kleine strandje bij ons verblijf. Hout en benzine is door het personeel van Meditasi geregeld en we bouwen het hout op om te ontsteken. Twee nachten na de volle maan, hebben we het geluk dat deze laat opkomt. Diep zwarte nacht met een groot brandend vuur lopen de kids een polonaise rond het kampvuur. Ik schrik me het apezuur van een krab die vlak naast mijn billen het zand in schiet. Als een echte mietje schijn ik met mijn zaklampje mijn zitplaats rond of er niet nog meer eigenaardige wezens rond mijn billen wandelen. Stoeien en gek doen is wat bij de kinderen de klok slaat. Ik was ondertussen iets gekalmeerd en werd getroffen door schoonheid van de prachtige hemel. Een fantastisch fonkelende baan van sterren. Duizenden en duizenden sterren straalde hun serene kalmte over mij heen. De Melkweg duidelijk zichtbaar. Dit heb ik nog nooit gezien en kon alleen maar ademloos kijken naar de zee van sterren. Een paar heb ik geprobeerd om Alex en Ludo te wijzen op dit natuurschoon, maar de vlammen van het vuur hadden meer impact. Nice try……
Na het kampvuur hebben we nog heerlijk gegeten en zijn we redelijk op tijd gaan slapen.

Time to leave paradise.
Ondanks dat de kids het er niet mee eens waren hebben we toch onze koffers geladen en zijn we richting Ubud gegaan. We diende nog souvenirs in te slaan en deze dag was onze laatste optie. Tussenstop het schelpen museum. Onderweg naar de verschillende snorkelplekken hadden we de uitnodigende borden van dit museum gezien. Met de passie van de kinderen in hun zoektocht naar mooie schelpen, leek dit een leuke plek om te stoppen.
Een ietwat griezelig mannetje van vermoedelijk Duitse komaf begroette ons met een speciale toegangsprijs. Had ik de kunst van het één wenkbrauw optrekken bezeten was dit een waar moment geweest om deze toe te passen. Eenmaal in het museum vertelde de man dat we nooit schelpen mogen kopen omwille van het natuurbehoud en lugubere verhalen over een kind welke was gestorven nadat hij een schelp met een giftige slak in zijn broek had gestoken. Een beetje geërgerd vraag ik nog aan Remi of de kerel geen andere horrorverhalen weet te vertellen. Dan laat hij ons met rust met zijn 8 jarige schelpen verzamelwoede. Lacherig maken wij de ronde over de 20 vierkante meter gevonden voorwerpen om te eindigen bij een schaal met kettingen gemaakt van schelpen die hij te koop aanbood. Ergens in dit verhaal klopt iets niet……

Dankzij het geweldige wegennet van Bali, zijn we iets langer onderweg naar Ubud dan gepland, maar uiteindelijk zijn we ter plaatse. Eerst kopen we tickets voor een traditionele dans en vervolgens gaan we heerlijk eten bij het paleis. De kinderen fish and chips en Remi en ik genieten van een heerlijke mini rijsttafel. Dan mogen we nog één maal geniet van Balinees folklore. De prachtige danseressen, hun geweldige gracieuze bewegingen en de rollende ogen om het verhaal compleet te maken. Genieten op zijn best!!! Bepakt met tassen souvenirs gaan we terug naar de auto en richting vliegveld. De kinderen leggen nog een kaartje terwijl Remi en ik een laatste koffie drinken. Het vliegtuig terug naar de werkelijkheid.

Na twee goede vluchten en een warm onthaal op Schiphol komen we thuis voor nog een onthaal. Ik vertel wat verhalen, laat wat foto’s op mijn camera zien en na het vertrek van mijn ouders en broer en schoonzusje stap ik onder de douche. Ik maak mijn oren schoon met een wattenstokje en zie nog een zwarte zandkorrel op het witte katoen. Een traan biggelt over mijn wangen. Het stokje met het laatste stukje Indonesië verdwijnt in mijn prullenbak. Maar in mijn hart zit een enorme brok liefde voor een land waar ik zo snel mogelijk weer naar terug wil. Met een enorme heimwee val ik in slaap en droom dat ik nog steeds in het paradijs ben……..

 

  1. No trackbacks yet.

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.