Ubud – 01-08-2013
07:00 uur brulde de wekker ons wakker. Geen van ons voelde er ook maar iets voor om hier gehoor aan te geven. Maar afspraken gemaakt dus na de eerste snooze eruit en al slaapwandelend liepen we richting ontbijt. Sinds ons bezoek an de koffie plantage, wensen de kleine mevrouw en meneer alleen nog maar koffie aan het ontbijt. Weliswaar Bali stijl, met veel suiker en veel melk, maar toch. Koffie nog maar net ingeschonken of we worden feestelijk getrakteerd op een penetrante geur. Achter me neem ik de oorzaak waar. Laten we zeggen dat de combinatie van douchen en deodorant gebruiken, niet erg hoog op de dagelijkse gewoontes staan bij de familie Flooder. Wel riekend en luidkeels nemen ze achter ons plaats. Zo mooi hoe het leven vanuit onverwachte hoek, van die fijne verrassingen kan geven 😉
Gelukkig komt ons eten en snel en weten we het te nuttigen voor het bedorven van ons bord wegrent. Beneden hoor ik een auto aankomen en wanneer de portier dichtslaat hoor ik een zeer vrolijke: Goodmorning Mamma An!! Met zijn drieën roepen we in koor: Nyoman, grissen onze spullen bij elkaar en rennen naar de auto.
Onze eerste stop is Bali Zoo, gewoon omdat er minimaal één dieren item op het programma dient voor te komen 😉
Al meteen bij de ingang proberen ze er allerhande extra’s aan ons entree te hangen. Fotoshoot, olifanten safari of een bezoekje om het park op een olifant inclusief eten geven. Omgerekend een kleine 70 euro per persoon. Als ik serieus in het Engels aan de caissière vraag of ik voor die 210 euro die olifant dan ook ingepakt mee naar huis mag nemen, kijkt ze mijn stomverbaasd aan en Nyoman begint keihard te lachen en als volleerde tolk mijn grap aan haar te vertalen. Ze vond hem niet grappig en haar zure gezicht maakte Nyoman en mij nog harder aan het lachen. Na de standaard entree procedure van door de bak met desinfecteer troep lopen en onder tot boven en achter met plantenspuit besproeid te worden, mochten we de zoo binnen. De dierentuin wordt door opvallend veel kneuzen bewoont. Een hoog bejaarde tijger van 20 (normaal worden ze 15), een leeuw met drie poten en een hert die met zijn veel te grote lijf in zijn eigen voederkorf als een opgerolde kitten ligt te slapen en tot slot een Orang Oetan die met zijn touwladder in zijn eentje, galgje aan het spelen was. De diversiteit in dieren is niet echt bijzonder. Toch weten ze in een onbewaakt ogenblik mijn kids met wortels en al een verblijf in te duwen en of ik dat wel even wilde aftikken. Goed dit en het losgebroken stekelvarken welke door het restaurant holde, waren dan ook de hoogtepunten van deze dierentuin. Op naar de auto.
We worden verplaatst naar een lokale zilver smederij Saraswatie Silver. Ik kleine ruimtes zitten op iedere 2 meter een man (al dan niet met sigaret) vernuftige dingen uit te halen met zilver. Om, in sommige gevallen, zelfs tandloos grijnzend trots het eindresultaat aan ons te laten zien. Echte juweeltjes. In mijn ooghoek zie ik en man wel heel bekende armbanden in elkaar draaien, ik stap naar zijn werkbank en neem een kijkje van dichterbij. Huppel zegt mijn hartje en huppelt nog een aantal maal door. Waren we toch gewoon naar de officiële werkplaats van ons alom bekende Buddha to Buddha gebracht. Ik begrijp nu ook meteen waarom dat zilver zo duur is. Echt ieder schakeltje, druppeltje en knopje wordt hier handmatig verwerkt. De tijd dat ze daar mee bezig zijn is debiel. Uiteraard had deze smederij ook een shop…..
Nu werd het tijd voor een tempel en rijden we naar beneden in Bali om Uluwatu te bezoeken. Net nadat we het dorpje hebben verlaten stopt de auto en Nyoman verteld over de crematie die hier staat te gebeuren. De overledene ligt in een prachtige kist van meerdere verdiepingen en er toot een foto bovenaan van deze persoon. Hij legt uit over de traditie en ik vertaal, de kinderen hangen aan zijn lippen en hebben er één en al oor naar. Het reïncarnatie deel is als kers op de taart. In de auto wordt er lustig gespeculeerd hoe en als wat ze zouden terugkeren. Heerlijk om de kinderlijke eenvoud zo te horen fantaseren.
Onze weg vervolgt over smalle eenbaanswegen met links en recht rijstterrassen tot aan de horizon. Echt typisch Indonesische taferelen met voorover gebukte mensen onder strooien hoedjes die de rijst planten en vrouwen met manden op hun hoofd is het net een sprookje uit duizend en één nacht. Nyoman waarschuwt ons bij aankomst dat oorbellen, haarklemmen en andere losse onderdelen afgedaan moeten worden. De apen die hier wonen zijn iets minder vriendelijk dan in Monckey Forest en grissen alles wat los of vast zit van je lijf. Hij had ons nog niet uit de auto geholpen of we hoorde een Japanse dame al krijsen dat een aap haar zonnebril had gestolen…. Hehehe
De tempel ligt 95 meter boven de zee op een uitstekend gedeelte (Ulu)rotsen (Watu). De zee beukt hier met grof geweld tegen de rotsen aan en het is adembenemend om te zien. De lucht hangt vol met diverse soorten fladderende vlinders en de hagedissen schieten voor je voeten de struiken in. Ludo stuitert al de dieren achterna en Alex is bevangen door de schoonheid van de kleurrijk gevleugelde vriendjes. Ik ben alleen maar onder de indruk van de combinatie van het straffe geweld van de zee en de zoetheid van de planten, vlinders en de kleine kruipers. Ik schiet nog lustig erop los om extra megapixels te vangen voor thuis en we vertrekken naar de volgende bestemming.
Onderweg stoppen we nog even om iets te eten en we verzanden op een (het wordt bijna gênant om te zeggen) pareltje van een locatie. Drie geschakelde witte Balinese huisjes, omringt door een prachtige tuin met palmen, wuiven ons een warm welkom. Eenmaal bij de deur aangekomen staan er drie zeer vriendelijk glimlachende dames in traditionele kleding ons te begroeten. We hoefde ons niet af te vragen of we welkom waren. De kinderen en ik werden individueel begeleid naar binnen en die aandacht bleef de gehele lunch alert en even zo vriendelijk aanwezig. Zelfs toen de kinderen met hun Bali Zoo aapjes gingen gooien in de tuin, werden ze liefdevol door de dames bazig gehouden.
Na de lunch was onze laatste stop Tanah Lot. Een zelfde wonderschone rit door het Balinese land en langs kleine dorpjes maakte de rit zo heerlijk. Eenmaal aangekomen op de locatie lopen we eerst langs vele stalletjes met I love Bali meuk en andere souvenir troep. Vlak voor de ingang zie ik in mijn ooghoek iets wat ik liever niet had gezien. Een snoes van een python lag daar voor een kledingwinkeltje zijn middagdutje te doen. De dame spoorde ons nog tot aaien aan. Ik heb deze keer toch maar vriendelijk bedankt.
Dan doemt daar links van ons Tanah Lot op uit de zee. Omringt door te veel mensen en veel water.
We lopen door het laagstaande water richting tempel alwaar een bron zoetwater omhoog komt. We wassen daar ons gezicht en krijgen een duim rijst op ons voorhoofd en liefdevol een bloem achter ons rechter oor, terwijl een ander ons besprenkeld met heilig water. De kinderen vinden het prachtig! Al wil Ludo toch wel graag die bloem zo snel mogelijk kwijt. Ludo had goed geluisterd naar het verhaal over de Sleng dang die in zee viel en veranderde in een zeeslang en hij zag dan ook overal zeeslangen zwemmen. De schat!
Daarna doorgelopen naar Pura Batu Belong, een kleine tempel die doormiddel van een natuurlijke brug verbonden wordt met het vaste land.Op de rand van de clif met de kinderen een half uurtje genoten van het uizicht en nicotine. Toen terug naar Ubud met weer een hoofd en tas vol souvenirs.
De kids hebben het uurtje knock-out gelegen. We hebben snel gegegeten en meteen zijn ze weer gaan slapen. Moe en voldaan. Morgen een dagje rust, massage en dans, daarna weer verhuizen. Ze vinden het idee nu al leuk!
Het gaat hier dus helemaal voortreffelijk!! En ik ben apetrots op mijn kleine monckey’s
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.