Bars of Wars? You tell me….
Dat er steeds meer onsympathieke mensen buiten rondlopen dan er feitelijk goed zijn voor onze maatschappij, is wel een puntje van verbetering te noemen. Dat de aantallen in groten getale toenemen, baart me oprecht zorgen. Ik wil mezelf niet scharen onder de slimme of alwetende mensen, maar ik hoef mezelf ook niet als dom te bestempelen (Persoonlijke meningen van lezers worden niet in overweging genomen). Maar er zijn van die dagen dat ik werkelijk met stomheid geslagen ben.
Nadat ik vorige week een klein verhaaltje op mijn Facebook had geschreven over een Pensioenfonds, die bijna 14 jaar na het overlijden van Herman nog een bericht stuurt op een adres wat al 12 jaar gewijzigd is, was voor mij een stevige bevestiging dat er op het vlak van nazorg vwb nabestaanden van overledenen een hoop te verbeteren valt. Na vandaag kwam er nogmaals een bevestiging bij.
Het lijkt er steeds meer op dat er “iemand” of het universum me iets wil vertellen.
Al geruime tijd erger ik mezelf aan de onvolkomenheden die instanties tentoonspreiden, maar dit gebeurt zeker ook bij mensen die mij (denken te) kennen. Dan heb ik het niet over mensen uit mijn vriendenkring of familie want die zijn door de afgelopen jaren volgens “natuurlijk” proces ontstaan. Want laten we eerlijk zijn, iedereen die je om je heen hebt, zijn daar omdat ze voor jou waarde hebben. De personen en instanties waar ik het over heb zijn daar niet toegerekend, maar je krijgt er onverhoopt en ongevraagd wel mee te maken.
Vandaag werd ik wederom geconfronteerd met deze vorm van ongenoegen. Ditmaal deed het zich voor als een persoon die zichzelf het predicaat “vriendin” van Herman had toegedicht. Ik moet jullie zeggen dat dit, achteraf gezien, erg enerverende confrontaties zijn. Maar dan wel uit een tekenfilm, waarbij het karakter die zoiets om de oren krijgt, zijn ogen op springveren uit de kassen springen en zijn kaak letterlijk op de grond valt van verbazing.
Ik ken de dame in kwestie en ik moet toegeven dat mijn sympathische gevoel omtrent haar karakter wel wat te wensen overlaat, maar dat even terzijde. Ik was vandaag op bezoek bij een goede, trouwe vriend en zakenrelatie. Eén die al lang meegaat en stamt uit de tijd dat ik Herman nog bij me mocht hebben. Alex was er dit keer ook bij om wat uitleg te krijgen over een laptop. Ik sta in de vergaderruimte nog wat te babbelen, met de intentie om afscheid te gaan nemen, als ik op de gang een stem hoor die ik herken. Ik werp een blik de gang in, maar herken in eerste instantie niet de persoon. Ik draai weer om en ik kijk mijn vriend aan terwijl ik haar op de gang hoor doorpraten en mijn kwartje valt. Op dat moment vraag ik met stomme verbazing of dit Gerda is (voor de vorm krijgt ze deze naam van mij 😉) Hij fluistert een ja en ik draai me weer om richting de gang.
Met twee figuurlijke handen om mijn maag die de heerlijk genuttigde vlaai weer richting mijn slokdarm stuwen, groet ik haar hartelijk. Gerda? Wat leuk! Dat is lang geleden….. Ik loop op haar af en geef haar een hand. Alex stond al ter plaatse met zoonlief te babbelen en mijn vriend voegt zich bij het clubje. Geheel correct stelt hij Alex voor aan Gerda. Met Alex op 10 centimeter afstand van mij zegt Gerda: “Wat leuk! De dochter van Herman! Wat leuk om jou eindelijk te ontmoeten….” Daarna ging het snel. Mijn ogen veerde uit mijn kassen en bakkes denderde met dreun op de grond. Het onvermogen om aardig te blijven werd met een boksbeugel uit mijn systeem geslagen. Ik vroeg haar ietwat spits of ze niet erg vond dat het ook ‘mijn’ dochter is en Herman al bijna 14 jaar overleden is, maar ignorance schijnt dan toch een bliss te zijn en ze babbelde door over haar toedracht in de vriendschap tussen mijn vriend en Herman. Dat zij ze samen heeft gebracht en dat ze (jawel) 2 jaar met hem had samen gewerkt. Dat ze toen nog de dienst uit maakte en dat de rollen nu waren omgedraaid. Ik kon niet anders concluderen dan dat dit naar alle waarschijnlijkheid een verdienste moet zijn geweest, maar kan het ingenomen gewauwel niet meer aanhoren en zeg even naar boven te gaan om gedag te zeggen.
Eenmaal in de auto heb ik het met Alex over Gerda. Dat ik me werkelijk geërgerd had aan haar gedrag en haar manier waarop ze mij volledig in mijn waarde en als moeder had genegeerd. Alex vertelde dat ze, na mijn vertrek naar boven, nog even doorging over haar “waardevolle” vriendschap en dat ze haar vader al kende toen hij nog getrouwd was met zijn ex, welke al ver voor mijn huwelijk in Hermans leven was. Over hoe gecharmeerd zij van haar was en dat zij zó’n lieve vrouw was…….
De furie die op dat moment door mijn hoofd woede, kan ik zelfs als ik het zou willen, niet beschrijven. Voor jullie info, we hebben het hier over een vrouw die toch zeker achterin de 50 is en zelf ook kinderen op deze wereld heeft gezet. Iemand die zo bars of noem het wars is (ik weet het even niet meer) dat je een meisje van net 17 verteld, dat je de ex van haar vader eigenlijk leuker vindt dan haar huidige moeder. En Alex? Die heeft zich heel kranig gedragen en met geen mogelijkheid uit het veld laten slaan. Hoe trots ben je dan?
Ik?? Ik ben er nog niet over uit. Zaag ik haar net boven haar enkels af? Zet ik haar op het schavot? Geef ik haar een figuurlijk nekschot? Of stuur ik haar een mail met mijn bevindingen over haar gedrag van vandaag? Alex zegt dat ik dat niet mag doen. Dat ik haar mailadres niet kan vinden is dan ook een enorm geluk voor haar.
Of? Moet ik misschien dan toch maar iets oprichten die dit soort individuen of instellingen, eens en voor altijd gaat onderrichten in de do’s en don’ts, bij het benaderen van nabestaanden?