*14-05-2008*
Wat een dag. Hij begon vannacht om half 2. Alex was onrustig en bleef maar roepen. Uit eindelijk wilde ze bij mamma in bed. Ik heb haar opgepakt en heb haar meegenomen en naast me neergelegd. Het is dan kiezen tussen twee kwaden. Of ieder kwartier je bed uit om haar te sussen, of haar naast me in bed, af en toe weg doezelen en haar geklets aanhoren. De tweede leek me nog het meest aangenaam. Dat kletsen en zeuren bleef doorgaan tot een uur of 4. Toen bedacht ze dat ze toch maar weer in haar eigen bed wilde liggen. Zo gezegd zo gedaan. In de veronderstelling dat ze nu wel lekker zou gaan slapen, viel ik als een blok om. Half 5……Mamma….. Ik kan niet slapen….zucht. Ik er weer heen gestrompeld en het ritueel start weer van voor af aan. Om 6 uur wilde ze weer naar haar eigen bed om vervolgens om half zeven te melden dat ze toch eigenlijk eruit wilde, het is al licht hoor mamma!
Eerst naar het nieuwe kantoor. Even wat dingen doorgesproken en daarna voor een overleg naar kantoor. Daar aangekomen kon ik voor de zoveelste keer betaald parkeren omdat er een andere buur op mijn P-plaats stond. Je kan me op zo’n ochtend echt niet pissiger krijgen. En met een wit heet hoofd weer briefjes onder de ruit gestoken en naar kantoor gelopen. Mijn spullen op kantoor gezet en met stampende voeten richting de buren gelopen. Klaar was ik met dat gezeur. Ik bel aan en niemand doet open. Ik bel iets langer aan en nog niets. Dan begin ik toch wat geërgerd tegen de deur te kloppen en de elektronische zoemer klinkt dat ik de deur kan openen. Nog zeker 2 minuten heb ik mij staan te verbijten omdat er niemand kwam. En ineens hoor ik een stemmetje uit een kamertje komen. Op mijn kalmst probeer ik uit te leggen dat het nu klaar is met deze parkeeracties, maar meneer vond het heel normaal, als er een ander op zijn P-plaats stond, dat hij hem dan maar op de mijne kon zetten. Ik heb hem kalm uitgelegd (voor zover de stoom uit mijn oren dat nog toeliet) dat hij nu die auto weg moest halen en dat het afgelopen moest zijn. Hij zou het regelen! Ik weer naar kantoor, koffie gepakt en in overleg gegaan.
Een klein kwartier later hoor ik dat mevrouw aan de deur staat en wil dat ik mijn auto weghaal zodat zij hem dan kan omruilen. Ik zei ik kom zo, ben even bezig. Nog geen paar minuten later hoor ik een enorm geschreeuw en gevloek en een berg herrie aan de deur. Het kwartje viel snel en ik stier naar beneden.
Jawel, de buurman was even verhaal komen halen en de mannen stonden als kemphanen tegen over elkaar. Ik spring ertussen, werk mijn mannen weer naar binnen en de buurman duw ik al pratend terug naar zijn huis, duw hem naar binnen en trek de deur voor zijn neus dicht, alles gepaard met de mededeling dat ik niet zo hou van dit kinderachtige gedrag en ik ook geen discussie wens. Zijn gebruik in het weekend van mijn P-plaats heb ik hem ook ontnomen en de beugel die de P-plaats afschermt meteen laten maken.
’s Middags naar het nieuwe pand terug want er moest nog iets besproken worden. De vloer beneden krijgen ze niet goed. Is gelegd op de verkeerde ondervloer. Resultaat……alles moet eruit en het moet helemaal opnieuw gelegd worden. Dat was weer zo’n moment dat na alle emoties en 87 seconden nachtrust, de moed me in de schoenen zonk.
Vanavond ging ik mijn haar laten doen. Onderweg er naar toe had ik het slecht. Tranen, hartverscheurende snikken en een enorm missen van Herman. Ik besloot om onderweg even snel langs Herm te gaan en parkeerde mijn auto voor het hek van de begraafplaats. De weg naar zijn graf voelde ik me zo alleen en meestal beleef ik die wandeling altijd hetzelfde als tijdens zijn begrafenis, toen ik voor de auto uitliep naar de aula.
Bij zijn graf aangekomen zak ik door mijn knieën en begin dorre blaadjes te ruimen, met mijn hand veeg ik de glazen plaat schoon en zit hem daar weer enorm te missen. De vragen, waarom en doe ik het goed, gaan dan altijd onopgemerkt door mijn hoofd. Dan hoor ik vlak achter mij een geritsel en een tikkeltje geschrokken draai ik mij om. Op een afstand van een meter of tien staat daar een wilde vos, die loopt nog een stap of twee mijn kant uit en kijkt me dan zeker een minuut of twee recht in mijn ogen aan. Eigenlijk stom verbaasd zit ik ademloos, nog steeds gehurkt te kijken naar dit prachtige dier. Dan realiseer ik me hoe mooi dit moment is, krijg tranen in mijn ogen en overal kippenvel. Een beetje onhandig en zo onopvallend mogelijk probeer ik mijn mobieltje uit mijn boekzak te wurmen en maak snel een foto. Op dat moment draaide hij zich om en liep heel rustig de struiken weer in.
Ik heb vaak geschreven dat ik al liggend in bed, starend naar het plafond, opzoek was naar een signaal. Wanneer ik midden in de nacht naar de sterren keek, de hemel afspeurend naar een teken. Altijd maar zoekende naar een bevestiging, naar iets. Dan sta je op een onverwacht moment oog in oog met een wilde vos en dan achteraf denken…… was dit nu een teken, of was het gewoon puur toeval?
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.