*12-12-2007*
De dagen na het overlijden van Vader Puk was ik helemaal verdoofd. Bijna emotieloos. In shock werd mij verteld. Ik vind het alleen maar raar. Ik ben net mijn allerliefste maatje, de vader van onze kindjes de man waarmee ik echt alles deelde, verloren. Dan moet je toch huilen, hysterisch met je handen op de tafel slaan. Krijsen en gillen??! Niets, niets van dat alles. C.H. onze dierbare en goede vriend heeft mij, zakelijk echt enorm geholpen. Herman heeft tenslotte een bedrijf, daar werken mensen en dat moet doorgaan. De klanten moeten op de hoogte worden gebracht en alles moest zo snel mogelijk geregeld worden. C.H. heeft dat allemaal, ik had geen idee wat ik had moeten doen. Jeetje zo veel zaken, instanties en personen die je moet inlichten.
Maandagochtend zijn we naar de zaak gegaan om het nieuws te vertellen. In eerste instantie dachten de jongens dat het om Mini Puk ging. Het nieuws kwam voor hun als donderslag bij heldere hemel. Eigenlijk iedereen die ik die dag heb gebeld of gesproken was vol ongeloof. Mijn leven, leef ik al niet meer zelf. Iedereen die mij helpt wijst me de weg en geeft aan wat ik moet doen. En verdriet? Mijn ogen zijn droog, maar mijn hart doet pijn bij iedere slag en hij huilt, heel hard.
Dinsdag ben ik weer voor het eerst thuis met de kinderen. ’s Avonds als Maxi Puk naar bed gaat moet ik haar toch het nieuws vertellen. De hele dag en de dagen ervoor ben ik daar mee bezig geweest. Niemand kan je helpen en je moet zelf maar bedenken hoe je een meisje van drie en een half moet uitleggen dat haar allerliefst pappa er niet meer is, maar ook nooit meer terug zal komen……. Gelukkig waren de weergoden met ons en hadden we een prachtige heldere avond. Op de kist voor haar raam heb ik haar op schoot genomen en gevraagd of ze pappa niet miste, (tot dat moment had ze niet één keer om pappa gevraagd) nee was haar antwoord. Ik ben gaan vertellen dat pappa heel ziek was geworden en dat de doktoren alles hebben geprobeerd om pappa weer te maken. Pappa was stuk en kon niet meer gemaakt worden. Toen heb ik haar verteld dat ze in de hemel, naast de maan een raampje hebben opgedaan en dat Pappa daarheen is gegaan en nu voor altijd als sterretje aan de hemel naar ons zou stralen. Dat ze altijd naar pappa kan zwaaien en vertellen wat ze heeft gedaan die dag. En dat ze hem kan zien als het donker is. Ze heeft heel lief naar pappa gezwaaid en welterusten gezegd. “Tot morgen pappa”, zei ze……
De dagen erna, was het een dapper meisje. Op een enkele keer na, dat ze zei dat pappa weer thuis moest komen, ging het goed.