Archive for the ‘ Vakantie ’ Category

Dag 8: Kecak onder de bintang

02-08-2013

Vandaag stond er weer een dagje rust op het programma. Op de valreep van 10 uur aan het ontbijt gaan zitten en ik denk dat we er rond 12 uur vanaf liepen. Daar na in de kamer rustig de koffers opnieuw ingedeeld. Na een week grissen en geen zin hebben om alles iedere keer in en uit te pakken, was het iets wat rommelig geworden. De kinderen waren lekker aan het spelen. Buiten hingen er toch dikke wolken voor de zon dus een paar uurtjes zwembad vonden ook zij acceptabel. Na het zwemmen zijn we lekker gaan douchen en smeren en met de taksi naar het oude gedeelte achterin Ubud. Vanavond gingen we naar de Kecak end Fire dance.

Eerst bij de poort van de tempel de toegang gekocht en daarna even wat gaan eten. We hadden tenslotte toch nog anderhalf uur voor de poort open zou gaan. Ik moet nog steeds lachen om de voedselprijzen hier. Neem nu vanavond, alle drie een drankje, de kinderen een westerse maaltijd met krokante kip en friet en ik een groot bord mie goreng met mini saté en 2 giga bananensplits als nagerecht. Voor deze heerlijke maaltijd inclusief drankjes (en dan was mijn grote Bintang nog het duurst, moet je het schokkende bedrag van 234.000 rupia aftikken (18 keiharde eurootjes) Ik moet dan altijd even de rekening controleren of die lieve mensen niet iets vergeten zijn te vermelden. Maar iedere keer weer klopt het geheel en verlaat ik zeer voldaan en tevreden de Warung.

Als we aankomen bij de poort van Pura Dalem lopen we de trappen op naar boven waar voor de ingang van de tempel op het plein in een cirkel rode plastic stapelstoeltjes een soort van tribune vormen. In het midden worden op een soort boom fakkels aangestoken. Niet kort daarna begint Ludo te klagen over buikpijn. Hij zat zo te smullen dat hij ongemerkt, zelfs voor zijn doen, erg veel op had (bordje schoonleeg) en ook nog een grote ijs erachteraan. Gelukkig begon er vanachter de tempel deuren al het “cak, cak, cak” en het plein stroomde vol met mannen in zwart/wit geblokte sarongs en bloot bovenlijf al wapperend met hun handen boven hun hoofd. Ook dit was weer zo’n niet te vergeten voorstelling, behalve voor buikpijn. Die smolt als sneeuw door het vuur en we hebben weer heerlijk genoten.

Na de Kecak werd de fakkelboom verwijderd en een enorme vuurstapel gebouwd. Het was tijd voor de Sang Hyang Djaran. Een dans die in trance wordt uitgevoerd om de samenleving te beschermen tegen slechte geesten en demonen en om epidemieën te weren. Met een paard gemaakt van palmbladeren begint de danser op het gechant van de heren driftig door het voor de schoppen in alle richtingen van het publiek. Het vuur verspreidt hij zo niet één, maar wel tientallen malen, met tussentijds 4 heren die het vuur en de hete kokosschelpen weer keurig op een hoop vegen. Met veel respect hebben we dit ritueel mogen aanschouwen en na afloop gris ik wat rupia en geef Alex en Ludo Beide iets om hem te schenken. De man zit uitgeput op de grond met een paar, zo het leek, verkoolde voeten.

We verlaten het tempel terrein en ergens achteraan vraagt een man vriendelijk of we misschien een taxi (taksi) wensen. Hij had zijn zwart/wit geblokte sarong nog aan. Hij glimlacht bescheiden vriendelijk en ik vraag wat het kost. Nog bescheidener antwoord hij, dat alles goed is, wat ik het waard vindt. Ja dan ben ik overstag en bij het noemen van mijn prijs lacht hij vriendelijk en knikt “this way”. Het zal wel weer te veel geweest zijn, maar sommige mensen hier gun je de hele inhoud van je portomonaie. Hij pakt Ludo’s hand en brengt hem met Alex en mij op zijn hielen, naar de auto.
Na de rit wordt er oprecht bedankt en bij het wegrijden nogmaals getoeterd.

We lopen nog even door naar onze lieve vriend waar we al 4 dagen onze drankjes voor op de kamer halen. Ook deze man en zijn vrouw zijn van die bijzondere mensen waarbij je hart smelt. Bij ieder bezoek blijft hij zich verontschuldigen voor zijn slechte Engels, maar met onze cottage om de hoek, hebben we daar soms ook wifi en dus onze vertaler op de telefoon. Hij vindt het een prachtige uitvinding en ik ook! Hij heeft heel goed onthouden dat we morgenochtend doorreizen naar Candidasa en vraagt hoe laat we vertrekken. Na het afrekenen van de blikjes en en ontelbare buigingen van dank pakt hij mijn hand vast en wenst ons alle geluk, liefde en gezondheid toe. Want, wist hij te vertellen, your husband is not in hotel! You children look up at the bintang every night. Ik kijk verbaasd en vraag Bintang……the beer? Hij begint hard te lachen, pakt een blikje en wijst op de rode ster. Aaaaah de sterren!!! Stars?! Yes yes yes is zijn glimlachende antwoord. Children only look up if dady or momy is dead. Sta ik daar, met mijn “trouwring” en mijn man in het hotel toch volledig met mijn bakkes vol tanden. Met twee hele dikke kussen op mijn wangen en een you sweet mama nemen we nu echt afscheid en tot we de hoek om verdwijnen staat hij samen met zijn vrouw ons na te zwaaien.

En met mijn laatste Bintang onder de bintang mijmer ik nog even door over het volk wat mijn hart heeft gestolen. Tot morgen.

Dag 7: De aapjes en de python

Ubud – 01-08-2013

07:00 uur brulde de wekker ons wakker. Geen van ons voelde er ook maar iets voor om hier gehoor aan te geven. Maar afspraken gemaakt dus na de eerste snooze eruit en al slaapwandelend liepen we richting ontbijt. Sinds ons bezoek an de koffie plantage, wensen de kleine mevrouw en meneer alleen nog maar koffie aan het ontbijt. Weliswaar Bali stijl, met veel suiker en veel melk, maar toch. Koffie nog maar net ingeschonken of we worden feestelijk getrakteerd op een penetrante geur. Achter me neem ik de oorzaak waar. Laten we zeggen dat de combinatie van douchen en deodorant gebruiken, niet erg hoog op de dagelijkse gewoontes staan bij de familie Flooder. Wel riekend en luidkeels nemen ze achter ons plaats. Zo mooi hoe het leven vanuit onverwachte hoek, van die fijne verrassingen kan geven 😉
Gelukkig komt ons eten en snel en weten we het te nuttigen voor het bedorven van ons bord wegrent. Beneden hoor ik een auto aankomen en wanneer de portier dichtslaat hoor ik een zeer vrolijke: Goodmorning Mamma An!! Met zijn drieën roepen we in koor: Nyoman, grissen onze spullen bij elkaar en rennen naar de auto.

Onze eerste stop is Bali Zoo, gewoon omdat er minimaal één dieren item op het programma dient voor te komen 😉
Al meteen bij de ingang proberen ze er allerhande extra’s aan ons entree te hangen. Fotoshoot, olifanten safari of een bezoekje om het park op een olifant inclusief eten geven. Omgerekend een kleine 70 euro per persoon. Als ik serieus in het Engels aan de caissière vraag of ik voor die 210 euro die olifant dan ook ingepakt mee naar huis mag nemen, kijkt ze mijn stomverbaasd aan en Nyoman begint keihard te lachen en als volleerde tolk mijn grap aan haar te vertalen. Ze vond hem niet grappig en haar zure gezicht maakte Nyoman en mij nog harder aan het lachen. Na de standaard entree procedure van door de bak met desinfecteer troep lopen en onder tot boven en achter met plantenspuit besproeid te worden, mochten we de zoo binnen. De dierentuin wordt door opvallend veel kneuzen bewoont. Een hoog bejaarde tijger van 20 (normaal worden ze 15), een leeuw met drie poten en een hert die met zijn veel te grote lijf in zijn eigen voederkorf als een opgerolde kitten ligt te slapen en tot slot een Orang Oetan die met zijn touwladder in zijn eentje, galgje aan het spelen was. De diversiteit in dieren is niet echt bijzonder. Toch weten ze in een onbewaakt ogenblik mijn kids met wortels en al een verblijf in te duwen en of ik dat wel even wilde aftikken. Goed dit en het losgebroken stekelvarken welke door het restaurant holde, waren dan ook de hoogtepunten van deze dierentuin. Op naar de auto.

We worden verplaatst naar een lokale zilver smederij Saraswatie Silver. Ik kleine ruimtes zitten op iedere 2 meter een man (al dan niet met sigaret) vernuftige dingen uit te halen met zilver. Om, in sommige gevallen, zelfs tandloos grijnzend trots het eindresultaat aan ons te laten zien. Echte juweeltjes. In mijn ooghoek zie ik en man wel heel bekende armbanden in elkaar draaien, ik stap naar zijn werkbank en neem een kijkje van dichterbij. Huppel zegt mijn hartje en huppelt nog een aantal maal door. Waren we toch gewoon naar de officiële werkplaats van ons alom bekende Buddha to Buddha gebracht. Ik begrijp nu ook meteen waarom dat zilver zo duur is. Echt ieder schakeltje, druppeltje en knopje wordt hier handmatig verwerkt. De tijd dat ze daar mee bezig zijn is debiel. Uiteraard had deze smederij ook een shop…..

Nu werd het tijd voor een tempel en rijden we naar beneden in Bali om Uluwatu te bezoeken. Net nadat we het dorpje hebben verlaten stopt de auto en Nyoman verteld over de crematie die hier staat te gebeuren. De overledene ligt in een prachtige kist van meerdere verdiepingen en er toot een foto bovenaan van deze persoon. Hij legt uit over de traditie en ik vertaal, de kinderen hangen aan zijn lippen en hebben er één en al oor naar. Het reïncarnatie deel is als kers op de taart. In de auto wordt er lustig gespeculeerd hoe en als wat ze zouden terugkeren. Heerlijk om de kinderlijke eenvoud zo te horen fantaseren.
Onze weg vervolgt over smalle eenbaanswegen met links en recht rijstterrassen tot aan de horizon. Echt typisch Indonesische taferelen met voorover gebukte mensen onder strooien hoedjes die de rijst planten en vrouwen met manden op hun hoofd is het net een sprookje uit duizend en één nacht. Nyoman waarschuwt ons bij aankomst dat oorbellen, haarklemmen en andere losse onderdelen afgedaan moeten worden. De apen die hier wonen zijn iets minder vriendelijk dan in Monckey Forest en grissen alles wat los of vast zit van je lijf. Hij had ons nog niet uit de auto geholpen of we hoorde een Japanse dame al krijsen dat een aap haar zonnebril had gestolen…. Hehehe
De tempel ligt 95 meter boven de zee op een uitstekend gedeelte (Ulu)rotsen (Watu). De zee beukt hier met grof geweld tegen de rotsen aan en het is adembenemend om te zien. De lucht hangt vol met diverse soorten fladderende vlinders en de hagedissen schieten voor je voeten de struiken in. Ludo stuitert al de dieren achterna en Alex is bevangen door de schoonheid van de kleurrijk gevleugelde vriendjes. Ik ben alleen maar onder de indruk van de combinatie van het straffe geweld van de zee en de zoetheid van de planten, vlinders en de kleine kruipers. Ik schiet nog lustig erop los om extra megapixels te vangen voor thuis en we vertrekken naar de volgende bestemming.

Onderweg stoppen we nog even om iets te eten en we verzanden op een (het wordt bijna gênant om te zeggen) pareltje van een locatie. Drie geschakelde witte Balinese huisjes, omringt door een prachtige tuin met palmen, wuiven ons een warm welkom. Eenmaal bij de deur aangekomen staan er drie zeer vriendelijk glimlachende dames in traditionele kleding ons te begroeten. We hoefde ons niet af te vragen of we welkom waren. De kinderen en ik werden individueel begeleid naar binnen en die aandacht bleef de gehele lunch alert en even zo vriendelijk aanwezig. Zelfs toen de kinderen met hun Bali Zoo aapjes gingen gooien in de tuin, werden ze liefdevol door de dames bazig gehouden.

Na de lunch was onze laatste stop Tanah Lot. Een zelfde wonderschone rit door het Balinese land en langs kleine dorpjes maakte de rit zo heerlijk. Eenmaal aangekomen op de locatie lopen we eerst langs vele stalletjes met I love Bali meuk en andere souvenir troep. Vlak voor de ingang zie ik in mijn ooghoek iets wat ik liever niet had gezien. Een snoes van een python lag daar voor een kledingwinkeltje zijn middagdutje te doen. De dame spoorde ons nog tot aaien aan. Ik heb deze keer toch maar vriendelijk bedankt.

Dan doemt daar links van ons Tanah Lot op uit de zee. Omringt door te veel mensen en veel water.
We lopen door het laagstaande water richting tempel alwaar een bron zoetwater omhoog komt. We wassen daar ons gezicht en krijgen een duim rijst op ons voorhoofd en liefdevol een bloem achter ons rechter oor, terwijl een ander ons besprenkeld met heilig water. De kinderen vinden het prachtig! Al wil Ludo toch wel graag die bloem zo snel mogelijk kwijt. Ludo had goed geluisterd naar het verhaal over de Sleng dang die in zee viel en veranderde in een zeeslang en hij zag dan ook overal zeeslangen zwemmen. De schat!

Daarna doorgelopen naar Pura Batu Belong, een kleine tempel die doormiddel van een natuurlijke brug verbonden wordt met het vaste land.Op de rand van de clif met de kinderen een half uurtje genoten van het uizicht en nicotine. Toen terug naar Ubud met weer een hoofd en tas vol souvenirs.

De kids hebben het uurtje knock-out gelegen. We hebben snel gegegeten en meteen zijn ze weer gaan slapen. Moe en voldaan. Morgen een dagje rust, massage en dans, daarna weer verhuizen. Ze vinden het idee nu al leuk!

Het gaat hier dus helemaal voortreffelijk!! En ik ben apetrots op mijn kleine monckey’s

 

Dag 6: Even andere koek

Ubud – 31-7-2013

Vanmorgen na het wakker worden, hebben we eerst lekker lang aan het ontbijt gezeten en zijn vervolgens Ubud in gegaan om de boel te verkennen. Het was eigenlijk een hele makke dag vandaag. Beetje slenteren en de laatste uurtjes hebben we aan het zwembad gezeten. De kids een beetje ravotten en ik heb wat liggen lezen. Voor zover dat ging, want mijn ogen vielen constant dicht. Niet handig als je een spartelaar hebt die niet zwemmen kan. Dus om 16.30 retour cottage en de kids gamen met koptelefoon en ik even een uurtje de luiken toe.

Werkelijkheid is, dat ik tot vannacht niet één nacht fatsoenlijk heb geslapen en ik veel en te vaak wakker lag of wakker schrok door debiele dromen. De welbefaamde stress die komt eruit en in eerste instantie was het alleen ’s nachts. Maar met zo weinig slaap en een tijdsverschil, brak me dat vandaag dus echt op. En dan zit voor je gevoel ook alles tegen. Al zijn het in werkelijkheid maar twee dingen geweest.

Vanmorgen wilde ik de kast openen na het ontbijt. Ze hebben hier keurig kasten voorzien van sloten om je spullen veilig te stellen. Maar vanmorgen wilde het kreng met geen mogelijkheid open. Behalve wat cash geld en de kleding enzo zat er niets belangrijks in de kast, maar mijn gemoed wist daar toch echt een hele andere wending aan te geven. Nog net niet in volledige paniek begon ik te morren en te schudden aan de deuren. Als een wannabe inbreker ging ik met scharen en vijlen aan de slag om het slot zo te doen breken, maar hoe meer effort ik erin stak, hoe minder er gebeurde. Nijdig als ik was gaf ik de deur een pesttrap en draaide nog eenmaal aan de sleutel. Hosanna, Sesam opende zich alsof er geen vuiltje aan de lucht was. Ik voelde het als een complot 🙂

Spulletjes gepakt om onze weg naar Ubud te gaan maken, maar mijn vinger begon toch wel te irriteren. Het advies van meerdere mensen was een soort van trouwring te dragen om onnodige vragen van de bevolking te voorkomen. Een vrouw alleen en twee kinderen…..tja.
Zo had ik dus heel braaf het advies opgevolgd. Dom, want normaliter ben ik niet zo happig dat soort adviezen op te volgen en vanmorgen had ik meteen ook het gevoel van, zie je nou wel. Die onzin. Kijk dan hoe je vinger eruit ziet.

Door de warmte was de precies passende ring erg strak in mijn vinger gaan zitten en veroorzaakte zelfs vocht blaren. Door het irriteren ben ik ongemerkt aan dat kreng gaan wiebelen, met als gevolg dat mijn vinger al wat velscheuren had opgelopen. Ring eraf was het enige devies. Vinger onder het koud stromende water gehouden, flink zeep erop en hup eraf. Ja, jammer joh. Alle vocht in die vinger trok ik samen met de ring op tot mijn kootje, zodat hij er met geen mogelijkheid af was te krijgen. Nog een paar keer proberen met zelfs mijn tanden als wapen en toen ik zag dat de volledige bovenkant van mijn vinger velloos was, ben ik mijn pogingen maar gestaakt. Flink betadine erop en hopen dat die dikke vinger gaat slinken. Misschien heb ik over een paar dagen meer geluk. Zucht.

Wat me eigenlijk ook wel een beetje tegenvalt is het feit dat ik behalve tegen de kinderen, geen fatsoenlijke gesprekken heb kunnen houden. Zeker wanneer we ’s avonds “thuis” zijn en de kinderen lekker liggen te slapen of wanneer ik alleen met ze aan het zwembad lig, mis ik wel iemand om tegen te kleppen. Ondanks dat de beesten hier een enorme conversatie gaande houden, is het toch jammer dat ik geen Docter Dooliddle heet en ze niet kan verstaan. Ik vind de stilte soms dus te stil. Dus dacht ik vanavond lekker mijn skype aan te knallen en dan maar een willekeurig slachtoffer uit mijn lijstje te gaan stalken. Maar met de verbindingen hier was dat dus een té veeleisende vraag. No connection!! Dan maar mijn beklag op het digitale papier knallen en me met een boek in bed vervoegen.

Morgen gaan we weer met Noyoman op pad, dus dan kan ik in ieder geval handen en voeten Chinglisch spreken. Ongetwijfeld gaat het morgen stukken beter en heb ik het weer helemaal naar het zinnetje, maar vandaag was het even een ander verhaal.

 

Dag 5: Verhuisdag (30-07-2013)

Vandaag was het de dag van vertrek en het begin van een nieuwe verkenningstocht. Eerst nog uitgebreid gegeten bij Nanga. Gezellig en lief was hij, met zijn wetenschap dat het ons laatste uurtje op Sanur was, nam hij beide kinderhandjes beet om eerst de vleermuis te voeren daarna eten en bij iedere vieze mondhoek kwam hij die liefdevol schoon deppen. Na het eten nam hij ze wederom mee om de vissen te voeren. De hoeveelheid aaien over hun bolletjes was niet meer te tellen. Toen het echt tijd werd om te gaan en het afscheid onvermijdelijk was, knuffelde hij ze intens en ik kreeg zelfs warme kussen op beide wangen. Hartverwarmend, maar voor Ludo hartverscheurend. Hij nam het nooit meer naar huis wel letterlijk met de plek waar we op dat moment waren. De schrijnende tranen vloeide tot zelfs na het sluiten van de koffers en pas toen we bij de neef van Nanga in de auto stapte, werd hij iets rustiger.

Eenmaal het gebied rond Ubud binnen rijdend kregen beide weer die vrolijke brede glimlach terug en ze genoten van alles wat ze onderweg zagen. Bij onze cottage aangekomen werden mijn druktemakers zelfs stil en liepen vol verbazing om zich heen te kijken. Hou me ten goede, mijn verbazing over al deze schoonheid was misschien nog wel groter. Ons huisje ligt achteraan op het mini complex en we hebben een eigen tuin, met vijver en duizenden planten, palmen en andere prachtige planten om ons heen. Ludo’s opmerking dat we in de jungle gingen slapen, is dan ook niet heel vreemd. De badkamer is half open in de buitenlucht met zwierende bananenbladeren boven ons hoofd wanneer we gaan douchen. Het zwembad omgeven door evenveel groen was onze volgende stop voor vandaag.

Een heel zwembad voor allen ons drieën. Heerlijk luierend luister ik naar mijn muziek en hoor ik de kinderen op de achtergrond ravotten in het water. Helaas, rond een uur of 4 komt er een luidruchtig gezin de zwembad gronden bezoeken. Jottem!!! Ok. Time to go!! De kinderen dachten daar anders over en ik laat me overhalen nog even te blijven. Dat werd beloond! De jongste schurk van de familie Flodder vond het nogal grappig om Ludo’s speelgoed weg te schoppen en met een bloedgang door de lucht te keilen. Helaas was ik niet behept met de taalkennis van onze fijne familie, maar gelukkig heb ik goede kennis van de internationale non-verbale communicatie van venijn. Ma Flodder trok het niet zo aardige kereltje mee en begon gretig de verspreide speelgoedjes van Ludo te verzamelen. Deze speurtocht resulteerde in zeer plezante voorstelling. Voor het laatste item diende ons moeke namelijk, met haar zo ogende, vers gekapte lokken, een flatteuze snoekduik te maken in het diepe om vanaf een blauwe bodem een blauw Car’s autootje terug te vinden. Ze moest nog zeker 4 keer naar adem snakken voor ze het goed gevonden had, om mij met een zeer genoeglijke glimlach de crime scene te doen verlaten 😉

Na ons badder en smeersessie gaan we op zoek naar een eetgelegenheid. Echt werkelijk 15 stappen buiten het terrein aangekomen, worden we al getrakteerd op een enorme hoeveelheid apen. Er waren zelfs twee paar heel druk met “vader en moedertje” spelen!! Alex en Ludo keken me nogal verbaasd aan toen ik zo spontaan in proesten uitbarstte. Ik prijs me gelukkig dat ik nog niet alles in detail hoef uit te leggen, maar vraag me wel af in welke mate de evolutie op dit vlak stand heeft gehouden 😉 . Ik zie een prachtige plek en we gaan daar zitten. Uitkijkend over een prachtige tuin, met een rijstveld en aan de horizon Balinese huisjes en talloze bomen en planten. Een waar Walhalla. Het geheel opgeluisterd door de muzikale klanken van krekels, kikkers, gecco’s, vogels en apen. Wanneer ons eten op tafel verschijnt gaat er nog een Balinees orkest spelen om het geheel te completeren.

Ik zit nu voor het huisje. De kleintjes slapen en mijn muziek klinkt zacht door de boxen. Ik luister naar de combinatie box en natuur muziek en ineens vallen er dikke druppels water op de bladeren voor mijn neus. Ondertussen vliegt er een nachtvlinder van zo’n 10 centimeter rond mijn hoofd. De dwaas, verblind door het licht en ik lach….

Had ik al gezegd hoe fantastisch het hier is???

Dag 3 en 4 (29-07-2013)

Dag 3: Beach time

Dag 3 was eigenlijk de zwaarste. Het tijdsverschil maakte dat we niet vooruit te branden waren. Om 10.15 uur werd ik wakker en heb ik de kinderen ernstig moeten aansporen om hun bed uit te komen. (Waarom gebeurt dit nooit tijdens de vakantie in Nederland). Eerst ontbeten bij Nanga daarna retour kamer, de factor 50 onder toezicht van de guesthouse eigenaar aangebracht, en vervolgens richting strand. Een uur of 5 hebben we daar heerlijk vertoefd. De kids hadden al vrij snel aanspraak met een stel lokale kinderen waarvan hun vader de surfschool beheerde. De rest van de dag een beetje gegeten en op tijd naar bed.

Dag 4: Nooit meer naar huis!

Vandaag vroeg uit de veren. Nyoman onze privéchauffeur zou ons ophalen om een stukje Bali te beleven. Hij pikt ons op bij onze vaste ontbijtplek en we vertrekken. Onderweg bespreken we een beetje wat de wensen zijn, maar ik vertel hem dat ik vooral de dingen wil zien die niet op pagina 1 van de “Must see, in Bali” wil bekijken. Hij begint te lachen en vertelde dat de ongerepte stukjes niet meer ongerept zijn maar dat hij zijn best zou doen.

De eerste stop is een Batik centrum. Ik had er mijn bedenkingen bij, zeker omdat mijn kinderen niet zo enorm snel te boeien zijn als het niet gaat om dieren of om glimmers. Wij lopen naar binnen en tot mijn verbazing kijken de kids hun ogen uit. Ik ook trouwens. De handvaardigheid waarmee de dames de mooiste taferelen op zijde, linnen en katoen weten te schilderen is adembenemend. Na het bekijken van het gehele proces lopen we de hal in waar alle vervaardigde goederen te koop worden aangeboden. Gelukkig weet ik de glimlachen en zijde sarong’s te negeren en gaan zonder aankopen retour auto.

Nog geen 5 minuten later stappen we weer uit om een traditionele Barong & Kris dance te gaan bekijken. Met gekruiste vingers voor een goede afloop ga ik samen met de kleintjes zitten en al snel gaat het spektakel van start. De essentie van het verhaal is de strijd tussen goed en slecht en het feit dat er eigenlijk nooit een aanwijsbare winnaar is. Barong die in heel Indonesië te vinden is, representeert het goede en Ranga die garant staat voor de slechterik in het verhaal. Er verschijnt een irritante aap en drie gemaskerde mannen die hun kinderen hebben verloren aan een tijger, twee vrouwelijke danseressen die de bediende van Ranga zijn, boze geesten monsters, een tijger en onsterfelijkheid. Feitelijk is het niets anders dan een mythologische opera. Bij de kinderen gaat het erin als zoete koek en zitten ademloos te kijken. De kostuums, de traditionele muziek en de fraai gegrimde gezichten zijn ook werkelijk een lust voor het oog. Hei uur vloog voorbij.

De volgende stop was Bali Bird Park, unaniem besloten door Alex en Ludo. Zie het als Avifauna maar dan tropisch en met dat verschil, dat de meeste vogels gewiekt zijn, dus geen kooi behoeven.
Alle Birds op een stokje in de meest letterlijke zin. Bijna geen boom is niet bewoont met één of ander bont gekleurde vogel uit deze contreien. Papagaaien, ara’s (of is dat het zelfde?) Hoornvogels en onder andere Ibissen. Nog voordat we konden knipperen werden we vol geplant met vogels en werden er lustig kiekjes geschoten en de alom bekende afhaalbriefjes in mijn handen gestopt. Alex stuiterde door het park van groen naar rood naar blauw en zwart om te stoppen bij een witte kaketoe. Snel even een kleine lunch genuttigd en tijdens die lunch werd Alex uitgenodigd om een redelijk grote hoornvogel op haar arm te ontvangen. Ze ging naar voren zonder morren noch pruillipje en ze stond daar geweldig stoer dat enorme beest hoog te houden. Chapeau voor Alex. Daarna kregen ze allebei nog een papagaai als baby in handen en we vonden het alle drie een mooie afsluiter.

Snel de auto weer in en als tussenstop kregen we een Paintingfarm. Eenmaal uit de auto bekroop mij het gevoel van zo’n 65+ busreis waarbij verschillende stops worden gemaakt om op subtiele wijze ongevraagde goederen bij de kijkende mensen door hun strot te duwen. We maakte het verplichte rondje en er was eigenlijk maar 1 schilderij die mij werkelijk kon bekoren. Een fris gekleurde buddha verwerkt met subtiel kant en gouden details. Een plaatje. De kenners onder de lezers weten dan al hoe laat het is. De op een halve meter afstand volgende verkoper (ik overdrijf niet, bij een onverwachte stop, botste hij vol in mijn rug) was meteen alert en melde mij dat hij met de artiest wel een mooie prijs kon maken. Ik vroeg hem waar hij in eerste instantie voor te koop was. Hij riep een bedrag in rupia en terwijl ik nooit snel in hoofdrekenen was kwam ik vrij vlot op een bedrag van 583 euro en begon smakelijk te lachen. De man nog proberen om me aan te sporen om te onderhandelen, maar die lust was me bij het eerste bedrag meteen al vergaan. Kom we gaan roep ik tegen de kinderen en vertrekken met straffe schreden de toonzaal.

Dan belanden we na een stukje rijden ergens in het midden van Bali een wel heel wonderschoon stukje rust. Van bovenaf kijken we een vallei in vol van rijstterrassen, palm bomen, dames met rieten manden op hun hoofd en mannen met een wig met aan iedere kant een zwaar belaadde mand. We lopen ongeveer de helft naar beneden en strijken neer op een terras en bestellen een drankje. Ik voel het groen van de omgeving binnen sijpelen en zelfs de kinderen bedaren en vinden het prachtig om te zien. Hier blijven we wel even zitten om van deze prachtige schoonheid te genieten en bestellen nog een tweede drankje. Nog bevangen door de immense rust laat ik me onderweg naar boven nog een zijde sarong en gehaakt vestje voor Alex aanpraten. Ja jeetje die lieve vrouw had deze verkoop echt nodig en kon har niet weigeren 🙂

Daarna stopte we bij Mount en Lake Batur. Een prachtige nog actieve vulkaan waarbij in de krater een schitterend meer ligt. Wederom is het uitzicht om van te kwijlen en hebben ook daar genoten. Het jammere alleen is de wanhopige bevolking die je sarongs, t-shirts of andere meuk proberen te slijten op een vrij onsympathieke manier. Ik had mijn les na de eerste keer wel geleerd dus na drie vriendelijk no thank you heb ik ze maar grofweg genegeerd.

We verlaten deze goddelijke plek en komen aan bij een koffie plantage. De diversiteit aan vruchtbomen, kruidenplanten en andere inheemse soorten zijn fantastisch om te zien. Er wordt uitgelegd over het proces van de bonen, pukken en branden en het malen en alle diverse soorten smaken. Dan ziet Ludo grappige beestjes in een kooi en ik vraag aan Nyoman wat het voor diertjes zijn. Hij verteld dat het Luwaks zijn een soort kat die de koffiebonen eet, en vervolgens weer uitpoept. Dan worden ze boontje voor boontje gepelt en gebrand en al dan niet fijngemalen. Het schijnt de duurste koffie ter wereld te zijn. Op het eindpunt worden we getrakteerd op alle koffie, thee en cacao soorten die daar worden verbouwd. Nyoman en ik hebben in een deuk gelegen om de snelheid waarmee Alex en Ludo alle kopjes leeg lurkten. Ik heb vervolgens de stoere schoenen aangetrokken en heb een kopje uitgepoepte bonen koffie besteld. Ja hey, zo’n kans krijg je nooit meer. Een beetje aarzelend beland de and van het kopje aan mijn lippen en Alex en Ludo schreeuwen een luide IEUUUWWW. Ik drink het puur, ja zelfs zonder suiker en ik vind het verrukkelijk. Enfin, de plantage word verlaten met een tasje diverse soorten koffie, thee en cacao. Decadent was het geloof ik….. 🙂

Laatste stop was Tirta Empul. De tempel met het heilige bronwater. Wederom een pareltje Balinese schoonheid. In deze tempel vindt een bron zijn oorsprong met prachtig helder water alwaar de gelovigen en toeristen (wel met respect) hun gebeden kunnen vervolgen onder dikke stralen ijskoud bronwater. De kinderen hadden snel door hoe het offeren ging en keurig met de rechterhand werd er bij iedere beeltenis van een god een bloem geofferd. Zo schattig.

Ludo heeft de hele dag als zakjapanner foto’s lopen schieten en ik heb er ook wel een aantal. Maar na een aantal uur heerlijk kleppen met een aantal backpackers hier in de tuin van de Guesthouse, is het nu echt te laat om deze ook nog te uploaden.
Morgen verhuizen we naar Ubud en zal er weinig spannends gebeuren. Dus die taak staat voor morgen op de planning. En om even ons gevoel weer te geven….. Wij willen NOOIT meer naar huis!!!